Verslag Expertmeeting He Can – End Violence
Op 25 november – de internationale dag voor het beëindigen van geweld tegen vrouwen – vond in Amsterdam een expertmeeting plaats over het betrekken van mannen bij het voorkomen en bestrijden van geweld. De expertmeeting liep uit op een geanimeerd gesprek tussen 40 betrokken professionals waarvan eenderde mannen, waardoor de geplande twee uur uiteindelijk veel te kort bleken. Mannelijk geweld blijkt een onderwerp dat de gemoederen bezig houdt.
De bijeenkomst werd georganiseerd door eMANcipator in samenwerking met Atria en maakte deel uit van de wereldwijde campagne ’16 Days of Activism Against Gender Based Violence’. Om deze campagne te steunen werden tussen 25 november en 10 december door leden van MenEngage Europa, waaronder eMANcipator, vele activiteiten georganiseerd – van Albanië tot Zweden,
van Kosovo tot Nederland, van de UK tot Italië en van Oostenrijk tot Malta en van Servië tot Portugal. MenEngage is de wereldwijde alliantie van organisaties, professionals en activisten die zich inzetten voor mannenemancipatie – boys and men for gender equality.
De bijeenkomst begon met dit korte filmpje dat speciaal hiervoor gemaakt was door de moderator Martijn van Veen van Paradox Productions:
Terugblik Delhi Symposium
De bijeenkomst begon met een terugblik op het 2e MenEngage Global Symposium dat van 10-13 november plaatsvond in Delhi. Bijna 1200 mensen – mannen en vrouwen – uit 95 landen wereldwijd kwamen hier samen om inspiratie en expertise uit te wisselen over het werken aan emancipatie met jongens en mannen. In samenwerking met de internationale vrouwenbeweging, met de Verenigde Naties en andere internationaal en nationaal opererende organisaties en instanties werd gesproken over het actief betrekken van jongens en mannen bij de veranderingsagenda voor de toekomst. Jens van Tricht van eMANcipator, Rachel Ploem van RutgersWPF en Merle Goosewinkel van het Women’s Peacemakers Program deelden hun inzichten en ervaringen.
Het was alweer het tweede symposium van de wereldwijde alliantie MenEngage. De aandacht voor het onderwerp – boys and men for gender equality – groeit en verdiept zich. In Delhi stond de erkenning van de complexiteit en diversiteit van het betrekken van mannen bij dit onderwerp centraal. Het ging om het overstappen van de tegenstelling tussen mannen en vrouwen naar bredere opvattingen van gender justice: ‘beyond the binaries’. Er was expliciet aandacht voor intersectionaliteit, het inzicht dat gender en mannelijkheid niet op zichzelf staan maar mede gevormd worden – en vorm geven aan – bijvoorbeeld armoede, racisme en andere vormen van maatschappelijke onderdrukking en uitsluiting. Het symposium was een uitdrukking van het gezamenlijk optrekken van mannen en vrouwenbeweging: ‘we came from far, to get further we have to walk with men’. Duidelijk werd ook de spanning die dat soms oproept, tussen mannelijke kwetsbaarheden en vrouwenrechten bijvoorbeeld.
In alle verscheidenheid waren er ook duidelijk centrale thema’s te onderscheiden: het stimuleren van betrokken vaderschap, het bevorderen van seksuele gezondheid en vrijheid, emancipatoire opvoeding en onderwijs van jongens, seksuele en gender diversiteit, en het voorkomen van geweld. Wereldwijd zijn er interessante en inspirerende voorbeelden te vinden van activiteiten die mannen betrekken bij het voorkomen van geweld. Een bekend voorbeeld is de White Ribbon Campagne die vanuit Canada inmiddels in vele landen van de wereld succesvol wordt ingezet. Sinds een paar maanden kennen we de campagne #HeForShe van
de Verenigde Naties, waarvoor actrice Emma Watson mannen opriep om zich achter de feministische strijd voor gelijkheid te scharen. En in Nederland vind al jaren deWe Can (End All Violence Against Women) campagne plaats, in 2004 ontwikkeld in Bangladesh. Ook vanuit Nederland zijn voor het werken met mannen bijzondere projecten ontwikkeld door RutgersWPF binnen MenCare+ en het Women Peacemakers Program.
Zie voor een impressie van het symposium dit verslag.
Geweld op meerdere niveaus
Tijdens de expertmeeting bleek het onderwerp mannen en geweld tenminste drie niveaus te beslaan:
1. Geweld als persoonlijk probleem: de zorg voor en behandeling van mannen in een geweldssituatie, als dader en/of als slachtoffer.
2. Geweld als mannelijk probleem: de noodzaak tot preventie door alternatieven voor zowel mannelijkheid als geweldte bieden, bijvoorbeeld in campagnes, programma’s en trainingen.
3. Geweld als maatschappelijk probleem: de maatschappelijke opvattingen over mannelijkheid en geweld – en de gevolgen hiervan stijgen ver uit boven het persoonlijke.
Geweld als maatschappelijk probleem
Geweld is een maatschappelijk probleem met enorme persoonlijke consequenties, wereldwijd en zeker ook in Nederland. We zijn gewend geweldsproblematiek te benaderen vanuit het perspectief van de slachtoffers – vrouwen, kinderen, homo’s, burgers – en verliezen daarbij vaak de daders uit het oog. Verreweg de meeste geweldplegers zijn mannen. Dat wil niet zeggen dat de meeste mannen geweldplegers zijn, integendeel. Veel mannen zijn bovendien zelf ook slachtoffer van mannelijk geweld.
Het moet duidelijk zijn dat geweld niet kan en mag. Een analyse van de diepere oorzaken van geweld is noodzakelijk. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de relatie tussen geweld en ongelijke sekseverhoudingen. Geweld is tegelijk oorzaak en gevolg van ongelijke sekseverhoudingen. Het is belangrijk inzicht te krijgen in de systemische rolpatronen tussen mannen en vrouwen en de noodzaak van emancipatie te erkennen. Ook gaat het over de centrale rol die geweld speelt in opvattingen over mannelijkheid. En we moeten kritisch kijken naar de rol die geweld speelt in de samenleving, de legitimiteit die we aan geweld toekennen als ultieme oplossing voor conflicten. We zullen op fundamenteel niveau moeten zoeken naar alternatieve vormen van conflictoplossing. “Conflict is niet erg. Zorg alleen dat je leert om geweldloos te communiceren als je een conflict hebt.”
De neiging om geweld vooral te zien als een persoonlijk probleem verhult de rol van maatschappelijke ongelijkheid bij het ontstaan en voortduren van geweld tegen vrouwen en kinderen – en tegen mannen trouwens ook. We moeten oppassen om geen ‘symmetrisch’ beeld van geweld – of van ongelijke sekseverhoudingen – te schetsen; het is niet zo dat mannen en vrouwen op gelijke wijze getroffen worden.
“Men and boys also experience violence – especially in conflict settings and outside the home – sometimes by women, most often, by other men. The causes and dynamics of violence against boys and men by girls and women are different than the causes and dynamics of violence against girls and women by boys and men. Violence against women and girls is systemic” (The Lancet, 21-11-2014)
Het zou goed zijn om op nationaal en internationaal niveau aandacht te vragen voor het probleem van geweld in het algemeen en van mannelijk geweld in het bijzonder. Een duidelijk framework creëren, een nationale lobby opzetten, het voeren van gezamenlijke campagnes, het steunen van elkaars werk op dit gebied, een geïntegreerde gezamenlijke aanpak op alle niveaus. Hierbij gaat het niet om Postbus 51 spotjes en soortgelijke campagnes die vertellen wat mannen niet mogen doen – hoewel het prima is om duidelijk te maken dat geweld niet/nooit/not done is! Een grote vraag blijft hoe dit onderwerp op de maatschappelijke agenda te krijgen is. Waar blijft de maatschappelijke urgentie om iets met dit onderwerp te doen? Wat maakt dat mannen ook hier iets mee willen doen. Hoe creëer je maatschappelijke verontwaardiging? Hierbij zouden we inspiratie uit de internationale context kunnen halen: wat zijn voor Nederland aansprekende voorbeelden, aanpakken die werken, good practices – die de motor kunnen zijn om dit onderwerp maatschappijbreed in te kunnen zetten?
We moeten dus beginnen met stellen dat geweld niet kan en niet mag. Vervolgens moeten we ook erkennen dat mannen vaak daders zijn – en tegelijk ruimte laten voor mannelijk slachtofferschap, daar waar het plaatsvindt. We moeten de maatschappelijke urgentie van geweld benoemen en blijven benoemen. We moeten daarbij ook oog hebben voor andere vormen van geweld dan puur fysiek geweld: sociaal, emotioneel, psychisch geweld, en ook misbruik van bijvoorbeeld financiële machtsmiddelen en economische positie.
Het is ook belangrijk het ontstaan van geweld te zien binnen de context van seksespecifieke socialisatie: meisjes leren zorgen, jongens leren werken, nog steeds. En jongens leren van jongs af aan dat geweld een legitieme manier is om conflicten te beslechten. Veel jongens leren eerder een pistool gebruiken dan dat ze leren lezen en schrijven. Het blijkt zelfs dat jongens op of rond hun 18e verjaardag nog altijd bericht krijgen dat ze ooit opgeroepen zouden kunnen worden voor de militaire dienst. Zorg kan gezien worden als een tegenhanger van geweld, het zou goed zijn om zorg ook meer te waarderen en stimuleren bij jongens en mannen.
Geweld als een mannelijk probleem
Het valt op dat de discussie over geweld nooit gaat over de ‘mannelijkheid’ ervan, maar altijd over andere zaken, zoals cultuur, etniciteit, geloof, media, onderwijs- en sociaal-economische ongelijkheid, ouderschap, opvoeding . Allemaal belangrijke factoren, maar als je kijkt naar de gemeenschappelijke noemer van straatgeweld, voetbalgeweld, crimineel geweld, huiselijk geweld, oorlogsgeweld en seksueel geweld dan valt op dat de daders in verreweg de meeste gevallen man zijn. Geweld is nauw verbonden aan dominante en rigide opvattingen van met name heteroseksuele mannen over ‘mannelijkheid’ – als een soort tegenhanger van ‘vrouwelijkheid’.
Het is belangrijk om aandacht te besteden aan wat mannelijke geweldplegers beweegt. Geweld is een uiting van macht en onmacht tegelijkertijd. Violence is the last resort of the incompetent (Isaac Asimov). Vaak spelen andere problemen een belangrijke rol, zoals emotionele en psychische problemen, gebruik van alcohol of drugs, armoede en racisme. En terwijl geweld maatschappelijk gezien duidelijk een probleem is dat door mannen wordt veroorzaakt, moeten we niet de individuele en persoonlijke problematiek van daders over het hoofd zien.
De beste aanpak van geweld is een preventieve. Aandacht voor de rol van mannen binnen de aanpak van geweld zit nu vaak alleen in de hulpverleningsprogramma’s voor plegers van huiselijk geweld. Dus eigenlijk aan het eind van het proces. Terwijl je eigenlijk niet vroeg genoeg kunt beginnen, het liefst in de vroege kindertijd. In de loop der jaren zijn er in en buiten Nederland diverse methoden ontwikkeld om met jongens en mannen te werken aan het vormgeven van ‘positieve masculinities’ en het voorkomen van geweld, bijvoorbeeld Toffe Jongens en Be A Man. Momenteel wordt Meer Dan Macho ontwikkeld in een samenwerkingsverband van Rutgers WPF, Movisie en SOA Aids Nederland. Het probleem is dat werkzame interventies en good practices door de ‘projectencarroussel’ vaak ergens op een plank blijven liggen; financiering richt zich vaak liever op ontwikkeling van nieuwe dingen dan op doorontwikkeling en structurele implementatie van veelbelovende methodieken.
Uiteindelijk gaat het om een transformatie van mannelijkheid, een andere invulling van de rol van mannen , veranderende posities van mannen in de samenleving, andere beeld van mannen en mannelijkheid. Alternatieven voor geweld zijn makkelijk aan te bieden in de vorm van trainingen, hierin kan dan gewerkt worden aan de transformatie van mannelijkheid. Hiervoor zijn uiteraard goede voorbeelden en rolmodellen noodzakelijk, waar jongens en mannen zich aan kunnen spiegelen. Er is behoefte aan individueel leiderschap, bijvoorbeeld in het publieke debat over geweld, en in campagnes zoals de White Ribbon Campagne of de Changemakers van de We Can campagne. Hierbij kan het benoemen van de Macho Paradox behulpzaam zijn: hoewel geweld vaak gezien wordt als heldhaftig machogedrag, is het je uitspreken tegen geweld feitelijk een uiting van veel grotere kracht. Daarnaast is het belangrijk alternatieve handelingsperspectieven aan te bieden. Dus niet zeggen: sla niet, maar zeg iets over hoe wel om te gaan met emoties, lastige situaties en agressie. En het is van belang om op waardeniveau concreet duidelijk te maken waarom andere vormen van gedrag – en van mannelijkheid – positief zijn, wat ze erbij te winnen hebben. Bijvoorbeeld dat het bijdraagt …
Wel belangrijk is om het voorkómen van mannelijk geweld ook een persoonlijke dimensie te geven – bij mannen zelf. Als mannen niet aan de slag gaan met hun ‘emotionele
geletterdheid’, in therapie of counseling, individueel of groepsgewijs, blijven mannen hun frustraties en oude pijn afreageren op de vrouwen in hun leven, dan blijven mannen feitelijk reageren op hun moeder in plaats van te leren constructief om te gaan met hun partner, collega of leidinggevende in het hier en nu. Zoals Emma Watson in haar HeForShe
speech bij de Verenigde Naties zei: “When at 18 my male friends were unable to express their feelings.”
Geweld als een persoonlijk probleem
Op het persoonlijk niveau is het voor mannen van belang om een veilige plek en ruimte te creëren waarin ze zich kunnen uiten, waar ze niet direct veroordeeld worden, waar de schuldvraag minder belangrijk is dan het persoonlijk verhaal erachter. De interpersoonlijke en relationele dynamiek waarbinnen geweld kan ontstaan moet serieus aandacht krijgen, zonder dat dit gebruikt wordt om geweld goed te praten of te bagatelliseren. De rol die vrouwen hierin spelen moet ook meegenomen worden. Dat geweld niet kan en niet mag moet duidelijk zijn, daarover is geen discussie mogelijk. Het gaat erom dat gewelddadig gedrag veroordeeld kan worden zonder dat daarmee automatisch ook de hele persoon die het geweld pleegt veroordeeld wordt.
Daar waar geweld al plaatsvindt, of heeft plaatsgevonden, is persoonlijke zorg en aandacht nodig. Natuurlijk moet duidelijk zijn dat geweld niet kan en niet mag. Tegelijk moet er ruimte zijn voor het verhaal van de pleger. Het kan helpen om geweld te zien als uiting van iets, niet in eerste instantie als oorzaak. Voor mannen is een veilige ruimte van belang om zich te kunnen uitspreken. Het is daarvoor van belang niet meteen de schuldvraag te stellen, niet meteen te slaan of straffen, dat zorgt voor escalatie. Bij geweld binnen relaties gaat het vaak om een complexe dynamiek waarin de vrouwelijke partner ook een rol speelt, en ook hierbij spelen maatschappelijke ongelijkheid en systemische rolpatronen vaak een rol. Het is niet altijd zinnig om in deze situaties uit te gaan van een binaire tegenstelling tussen slachtoffer en daders, soms zijn beiden zelfs allebei. Mannen kunnen juist in dit soort situaties ook slachtoffer zijn; soms van fysiek geweld, vaker nog van verbaal of mentaal geweld. Deze vormen van mishandeling moeten ook meegenomen worden in behandelingstrajecten. Veel mannen herkennen diverse soorten geweld niet als zodanig, en zien zichzelf niet makkelijk als slachtoffer – dat is immers niet mannelijk.
Het slachtofferschap van mannen erkennen is belangrijk. Mannen zijn ook slachtoffer van mannelijk geweld, van geweld dat door mannen gepleegd wordt, vaak uit naam van mannelijkheid. Mannen hebben dus ook last van de manier waarop mannelijkheid en geweld aan elkaar gekoppeld worden, hoewel deze relatie met geweld en mannelijkheid vaak een heel andere zal zijn dan hoe vrouwen geweld en mannelijkheid beleven. Als medeslachtoffers van mannelijk geweld zijn mannen en vrouwen potentiële bondgenoten bij het tegengaan van geweld.
Naast aandacht voor het slachtofferschap van mannen moet de verantwoordelijkheid van plegers zeker een aandachtspunt blijven. Er is geen excuus voor geweld, geweld heeft consequenties, zou soms misschien duidelijker financiële consequenties mogen hebben. Bij het werken met mannen moet voortdurend de relatie met (de veiligheid van) vrouwen gelegd worden. Tot slot is het ook belangrijk om jonge kinderen bij de behandeling te betrekken – omdat zij ook de consequenties dragen van het geweld, en omdat zij als volgende generatie het risico lopen het systemisch geweld weer door te geven. Het kan goed zijn om de verantwoordelijkheid bij mannen leggen in plaats van de machtsvraag of de schuldvraag te stellen. Het taboe voor mannen om hulp te zoeken, ook als pleger, is langzamerhand aan het veranderen. Dat is een positieve ontwikkeling. Nu nog het taboe voor mannen om zich uit te spreken tegen geweld.
Wij zijn ervan overtuigd dat we deze relatie tussen mannen, mannelijkheid en geweld serieus aandacht moeten geven en kritisch en wetenschappelijk moeten onderzoeken om tot structurele oplossingen voor geweld te komen. Daarbij is het belangrijk mannen direct aan te spreken in hun verantwoordelijkheid voor het veranderen van de huidige invullingen van mannelijkheid, en daarmee als belanghebbenden en bondgenoten in de ontwikkeling van een meer empathische vorm van mannelijkheid. We moeten ook kritisch kijken naar de manieren waarop beperkende en destructieve invullingen van mannelijkheid tot stand komen, en hoe ze worden opgelegd en aangeleerd door de samenleving in bijvoorbeeld opvoeding en onderwijs. Hierbij is het belangrijk ook met compassie te kijken naar de positie van individuele mannen die zich staande moeten zien te houden in een wereld die van hen verwacht dat ze eerst man en dan pas mens zijn – een wereld, inderdaad, die mannen leert dat geweld een legitieme manier is om conflicten te beslechten, en die mannen weinig of geen andere emotionele uitingsmogelijkheden aanleert of toestaat.
Er is altijd een keuze, je kunt besluiten om geen geweld te gebruiken, je onmacht en machteloosheid te ervaren en te leren hier iets anders mee te doen. Als het gaat om onmacht en machteloosheid bij mannen komen we al snel tot de tegenstrijdig lijkende conclusie dat mannen empowerment nodig hebben. Maar ze zijn toch al de bovenliggende partij, mannen zijn toch de machtigen in deze samenleving? Als collectief mag dat zo zijn, en zelfs op individueel niveau kunnen we erkennen dat ook het gebruik van geweld een uiting van (fysieke) macht is, en toch is het goed om te luisteren naar de mannen die het betreft, en hun gevoel van machteloosheid – of is het krachteloosheid? – serieus te nemen. Mannen hebben empowerment nodig vis-a-vis de dominante beelden van mannelijkheid, die mannen vertellen dat ze altijd in controle moeten zijn, hun emoties moeten beheersen, problemen moeten oplossen, dat geweld als last resort acceptabel of zelfs noodzakelijk kan zijn.
Culturele en andere diversiteit
Terwijl het hier steeds gaat over mannen enerzijds en vrouwen anderzijds, is duidelijk dat er tussen mannen onderling enorme verschillen bestaan. ‘De man’ bestaat niet, dat moeten we niet vergeten. Mannen zijn net zo divers als vrouwen, mannen zijn net mensen. Opgemerkt werd dat het bestaan van culturele diversiteit niet of nauwelijks benoemd werd, terwijl dat voor velen toch een belangrijke rol speelt. Daar werd tegenover gesteld dat het goed is om geweld nu eens als een mannenprobleem te bespreken, omdat het al zo vaak bij specifieke – vaak etnische of culturele – groepen in de samenleving neergelegd wordt. Toch is het interessant om te onderzoeken op welke manieren we het kunnen hebben over de specifieke kanten van een probleem als geweld binnen cultureel diverse groeperingen zonder in stereotypering of stigmatisering te vervallen. Daarbij is het belangrijk zowel onderzoek te doen naar deze groeperingen als om er mee samen te werken, en ervan te leren! Het gaat dus niet alleen om cliënten maar nadrukkelijk ook om het creëren van bondgenootschappen. Ook is het goed om positieve voorbeelden uit de culturele diversiteit voor het voetlicht te brengen. Interessant kan hierbij ook zijn om te onderzoeken hoe de culturele diversiteit in
Nederland verbonden kan worden aan de wereldwijde culturele diversiteit die elkaar weet te vinden in het wereldwijde netwerk van MenEngage. De ervaringen en activiteiten uit de ‘global south’ kunnen in de cultureel diverse Nederlandse context van groot
belang zijn voor het werken met jongens en mannen. En daarmee kunnen we bijvoorbeeld weer kijken naar de projecten die mede
door Nederlandse organisaties in het zuiden ontwikkeld zijn: het betrekken van mannen als bondgenoten van vrouwen bij het tegengaan van geweld door het Women Peacemakers Program, en het programma Men Care+: een geïntegreerd initiatief om meerdere generaties mannen en vrouwen samen te laten werken aan gender transformatie, veiligheid voor mannen en vrouwen, en positieve mannelijkheden.
Mystery Guest
Aan het eind van de expertmeeting kregen we bezoek van de heer Randy W. Berry, Consul Generaal van de Verenigde Staten. Deze sprak zijn waardering uit voor het werk van de aanwezigen en voor de aandacht van de expertmeeting voor de rol van mannen bij het voorkomen van geweld. Dit is een onderwerp waar het consulaat met regelmaat aandacht aan besteed en graag samenwerking in zoekt.