Blog 6. Kevin Klein: Compassie
Dit is blog 6 in de White Ribbon-blogmarathon. Ook meebloggen tegen geweld tegen vrouwen? Kijk hier.
In 2014 emigreer ik vanuit Suriname naar Nederland. Vanuit een redelijke conservatieve omgeving met duidelijk gedefinieerde genderrollen opeens op de toneelschool in Amsterdam. Het leven in Amsterdam is een overweldigende ervaring. Een stad waar diverse mensen samen komen om elk aan een nieuw hoofdstuk te beginnen. In Amsterdam ontmoet ik verschillende mensen. Mensen die mij aanzetten om buiten de kaders van mijn opgelegde waarden en ideeën na te denken. Wat betekent het nog om man te zijn als delen van wie ik ben opeens buiten de klassieke lijntjes vallen?
In 2014 startte een zoektocht die anno 2020 nog niet geëindigd is, maar wel ver gevorderd. Mijn zoektocht begon met mijn worsteling om me continu te conformeren aan het gevestigde machobeeld. Bij het opgroeien hoorde ik in mijn omgeving vaak geluiden zoals: “Een vrouw moet je af en toe gewoon klappen, Wil je niet vechten, ben je een wijf ofzo?”
Zelfs toen op de toneelschool, een best vrij denkende omgeving, heerste er een beeld van wat een succesvolle man is en hoort te zijn. Ik kan mij een gesprek herinneren over wie onder ons succesvol zou worden en ik hoorde toen iemand zeggen: “Nee joh, die is hartstikke gay”.
Met andere woorden: om über succesvol te worden of te zijn, dien je er uit te zien en te gedragen als Rutger Hauer, Daniel Day Lewis of Leonardo DiCaprio. Ongeacht je talent. Jammer genoeg zit er een kern van waarheid in.
Ik gaf de strijd op te conformeren aan het über macho beeld, in 2017 kwam ik uit de kast. Een rare tijd vol onzekerheden en een gevoel van verlies. Het voelde in eerste instantie alsof ik niet meer bij de groep hoorde, dat ik mijn lidmaatschap kwijt was om in bepaalde vrienden groepen iets te mogen zeggen of er bij te mogen zijn. Achteraf gezien viel het wel mee. Ik kwam later pas tot het besef dat ik eigenlijk heel veel gewonnen heb. Innerlijke vrijheid en compassie voor anderen. Toch blijft het vervelend dat het niet-voldoen aan het algemene “machobeeld” de drijvende kracht moest zijn om achter deze conclusie te komen.
Mannelijkheid moet geen harde eis zijn om man te mogen zijn
Mannen zijn in principe de “gate-keepers” van gendergelijkheid. En niet zomaar mannen in het algemeen. De geschiedenis leert ons dat tot op de dag dat van vandaag het voornamelijk cis-gender heteroseksuele mannen zijn. Wij die niet over al die privileges beschikken brengen deze problemen onder de aandacht, maar de realiteit is dat effectieve en permanente verandering vanuit de eerstgenoemde groep moet komen. Was er maar een manier om deze mannen te overtuigen dat ze geen privilege afstaan, maar dat er alleen maar te winnen valt. Want een andere harde realiteit is dat gros van die mannen zelf ook niet aan het ideale “machobeeld” voldoet.
In grotere of kleinere mate wijken we allemaal af van de ideale beelden die we voor onszelf en anderen creëren. Wat mannelijk is in de ene cultuur wordt weer als vrouwelijk gezien in de andere. En begrijp me niet verkeerd, er is in principe niets mis met mannelijkheid en mannelijk willen zijn.
‘Macho’ kan iets heel moois zijn als ik bijvoorbeeld denk aan mijn flamenco lessen. Rechtop staan, brede schouders en sterk samen in liefde met een vrouw dansen. Macho zijn is ook een pauw die pronkt, kleurrijk en liefdevol. Het is iets moois en zou niet met geweld verdedigd of vormgegeven moeten worden. Het is wel noodzakelijk om stil te staan bij de sociale effecten die de maatschappij op het begrip gehad heeft. We moeten af van die checklist waar iemand aan moet voldoen om het ‘macho zijn’ te mogen bekleden. Het is belangrijk om te weten dat we niet overgeleverd zijn aan een pre-geconstrueerd beeld van wie wij zouden moeten zijn. Een groot goed waarover wij mensen beschikken is de mogelijkheid ons imago vorm te geven.
Kneed het tot iets dat fijn is, fijn voor jezelf en voor anderen.
Een wijze man leert van iedereen, een trotse man van niemand.
Anno 2020 woon ik 6 jaar in Amsterdam. Ik heb veel mensen ontmoet en ik heb uit elke ontmoeting iets kunnen leren, en vooral van de mensen waar ik grote meningsverschillen mee had. Het idee van conformeren heb ik los kunnen laten en ben aan het nadenken over de man die ik wil plaatsen in deze maatschappij. Hoe wil ik mijn mannelijkheid vormgeven, wat wil ik uitstralen, wat wil ik mensen meegeven? Ik ben er nog niet helemaal uit, maar voor nu houd ik vast aan compassie. Als theatermaker ligt mijn liefde bij het sociaal-maatschappelijke theaterwerk. Het werken met mensen from all walks of life. Ik wil een man zijn die altijd in de luister-modus zit, zonder oordeel. Die vast houdt aan de mooie dingen die ik van mijn ouders heb geleerd en ervoor zorgt dat die dingen geen blokkade vormen voor de mooie dingen die ik van anderen kan leren.
Er is niets zwaks aan het bijstellen van je menig of perspectief. We zijn mensen die in beweging moeten blijven. Niet alleen mentaal en fysiek maar ook in ideologieën en zienswijzen.
We moeten die beweging niet proberen tegen te werken.
Een maatschappij in beweging is geen zwakte, wel een enorme kracht.
Leestip:
Metamorfosen van Ovidius is een mooie dichtbundel over verandering en menselijke tekortkomingen.