blog 20: Bijna elke vrouw wordt aangerand – dat kun je niet wegrelativeren

Ik vind relativering en geintjes superbelangrijk, maar in het geval van de stelselmatige, wereldwijde en stilzwijgend geaccepteerde seksuele intimidatie van vrouwen is het een groot deel van het probleem.

Een paar weken geleden stond ik ‘s nachts op de pont, op weg naar huis. Het was een uitgaansavond en een stomdronken jongen begon meisjes lastig te vallen, terwijl zijn vriend geamuseerd toekeek vanaf zijn scooter. “Hey where you from?” lalde hij tegen een groepje kleine Canadese meisjes, terwijl hij veel te dicht bij ze kwam staan. Dit was allemaal niet zo ongewoon, behalve dan dat hij af en toe zonder aanleiding met een plat accent zei: “Make America great again.” En toen de meisjes met tegenzin vertelden dat ze uit Canada kwamen, zei hij met een vuile grijns: “Make Canada great again, huh-huh.”

Ik had vaak gedácht dat de verkiezing van Trump – de man die opschepte over aanranding – een legitimatie zou vormen voor andere klootzakken, maar nu zag ik dat gewoon letterlijk voor mijn neus gebeuren.

Ik moest er iets van zeggen. Maar de jongens waren groot en onvoorspelbaar, en ik had mijn bril op (mijn fantasieën over een gevecht zijn altijd kort: tegenstander gooit mijn bril weg. Einde). Bovendien zei een van de meisjes zelf al: “Could you back off a bit dude? You’re in my personal space.” Even later waren we aan de overkant, en verspreidden we ons weer.

Afgelopen maand verspreidde de #MeToo-actie zich als een gitzwarte inktvlek. Ik moest denken aan de jongen op de pont, maar ook aan die avond tijdens een vakantie in Spanje, toen mijn moeder, mijn zus en mijn vriendin aan de eettafel vertelden over de verschillende keren dat ze aangerand of seksueel geïntimideerd waren. Hoe gechoqueerd ik was over hoe gebruikelijk zo’n ervaring voor vrouwen is. En hoe snel ik het weer vergeten was.

Kort na de start van #MeToo trad een bekend mechanisme in werking: na de onthulling en de verontwaardiging, komt de relativering: ‘Er zijn ook goede mannen hoor!’ ‘Wat een gezeur. Mogen we niet meer flirten ofzo?’ ‘Ach ja, rukkers in de trein horen erbij.’ Zoals Trump zijn uitspraken (‘When you’re a star, they let you do anything… Grab ‘em by the pussy’) afdeed als ‘locker room talk’. Of zoals een vriend van mij, zelf ex-Vindicat, die tijdens een discussie de beruchte bangalijst bleef afzwakken: ‘Ach ja, een geintje.’

Ik vind relativering en geintjes superbelangrijk, maar in het geval van de stelselmatige, wereldwijde en stilzwijgend geaccepteerde seksuele intimidatie van vrouwen is het een groot deel van het probleem. Het punt is namelijk dat de grenzen troebel zijn. Dat komt doordat seks (en alles wat ermee te maken heeft) het meest intieme onderdeel van het leven is, waar vaak een vorm van macht (en schaamte) bij komt kijken, en waarbij we elkaar altijd eerst moeten aftasten.

Maar het komt vooral doordat het in het belang van machtige mannen is om die definities vaag te houden. Het probleem ligt bij mannen die hun overwicht willen behouden, en vrouwen die hun theorieën (‘boys will be boys’) zijn gaan geloven. Daarom kon Weinstein jarenlang zijn gang gaan: hij bepaalde de definities, de grenzen – de regels. Het hoorde erbij. En dus bleef iedereen zwijgen.

Het heeft ook niets met flirten te maken. Het gaat om instemming. Hoe leuk (en menselijk) het ook is om met grenzen te spelen, er komt echt altijd een moment waarop je weet of je verder kunt gaan. Dat voél je gewoon – als je je enigszins bewust bent van je fysieke of economische macht, en geïnteresseerd in de gevoelens van de ander. Maar mannen rekken die grenzen vaak bewust op, als jongetjes die het gewend zijn om altijd hun zin te krijgen. En daarna komt dan die relativering: ‘Ach ja, ze vroeg erom.’ ‘Ach ja, het was maar een kus op de mond.’

Die grenzen moeten duidelijker worden. In The New Yorker verscheen onlangs een portret van de 76-jarige advocate Gloria Allred, die al decennialang strijdt voor vrouwen die met seksueel geweld in aanraking zijn gekomen, en die nu haar pijlen op Bill Cosby en Trump richt. Haar voornaamste doel is om de juridische definities van verkrachting, aanranding en seksuele intimidatie duidelijker af te bakenen, de verjaringstermijn te verlengen, en ‘slachtoffers’ tot trotse feministen om te vormen. “Vroeger werd Cosby’s gedrag niet als verkrachting gezien,” aldus een juridische expert in het artikel. “Maar dankzij Allred krijgen bepaalde handelingen nu nieuwe betekenis.”

Ik benadruk het nog maar eens: bijna élke vrouw wordt tijdens haar leven seksueel geïntimideerd, aangerand, of erger. Dat is niet iets wat er nu eenmaal bij hoort. Dat is niet iets wat we mogen relativeren of weer mogen vergeten. De #metoo-actie leidt hopelijk tot méér openheid en duidelijkheid. En trouwens, als vrouwen zich veiliger en sterker voelen, is flirten ook veel leuker.

Ik hoop dus dat meer mannen aan hun moeder, zus of vriendin zullen vragen wat ze hebben meegemaakt, en dat ze daardoor serieus nadenken over hun eigen schimmige grenzen. Ik hoop dat we allemaal vaker zullen durven te zeggen: “Hé gast, doe eens een stapje achteruit.”

 

Deze blog verscheen eerder op ‘Joop’: https://joop.bnnvara.nl/opinies/bijna-elke-vrouw-aangerand-niet-wegrelativeren